|
Alle bloemen.
Alle bloemen, natuurlijk, ik hou van ze. De bleke lelies met hun lome groeten. De fluets lelies waarvan het satijn verguld is. In hun poederachtige gouden kelk. En de blauwe bosbessen, waarvan de azuurblauwe kleur de golvende tarwe versiert, en de voddenroos die de dageraad van zijn koude vingers opent. Maar bovenal ben ik verliefd, vooral, terwijl gekke glosses de gelukkige tuinen vullen, lila lila lila lila lila lila's en roze rozen.
Alle bloemen, natuurlijk, ik hou van ze. De cyclamen met fragiele boeketten, de mimosa's waarvan de struik verguld is, En de lieve jasmijnen zo mooi, En de zoete bezems, waarvan de bries vreemd genoeg waait, En de fijne lelies van de vallei, De zilveren lelies, Zo vers als de dageraad de bosjes nat maakt. Maar bovenal ben ik verliefd, maar die gekke blikken vullen de gelukkige tuinen, lila lila lila lila's en roze rozen.
Alle bloemen, natuurlijk, ik hou van ze. Alle bloemen waarvan de schoonheid bloeit, de lichte zorgen waarvan het licht vergulde Uw haar aan de blonde theemakers, de fluweelachtige iris die U nog steeds zijn sierlijkheid geeft, en de anjer die uw wang en dageraad in rivaliteit plaatst. Maar bovenal, bovenal, ben ik in de liefde, in uw lieve lippen verklaart En in de ringen van uw ogen, lila lila lila lila's en roze rozen.
Edmond Rostand
|