|
De vlinder
Geboren worden met de lente, sterven met de rozen, Op de vleugel van de zefier zwemmend in een zuivere lucht, Gewiegd op de borst van nauwelijks bloeiende bloemen, Dronken worden van parfums, licht en azuur, Schudden, nog jong, het poeder van zijn vleugels, Vlieg als een ademtocht naar de eeuwige gewelven, Dit is het betoverende lot van de vlinder! Het lijkt op verlangen, dat nooit opkomt, En zonder tevreden te zijn, alles aan te raken, Eindelijk terug naar de hemel om wellust te zoeken!
Alphonse de Lamartine
|