|
Michel van AMBOISE (14??-15??)
Het wapen van de tand
Tooth, wie laat je lachen Als een oosterse diamant Kostbare en slanke tand, Dat de natuur zo goed gebonden is In de volgorde waarin je rust Dat we niets mooiers kunnen zien Tandwit als kristal, zelfs Evenals sneeuw, of ivoorwit; Tand die lekker ruikt naar balsem, Wiens schoonheid een koninkrijk waard is; Tand die zo'n mond maakt Als een mooie parel Een goed fijn goud hard aan het werk; Tand die zich vaak verbergt en blootlegt Dit paarse geloof, Jij maakt de rest goddelijk, Als we je in de open lucht zien. Maar, tand, als je prijs gedekt is Het minder mooie overblijfsel lijkt op, Want zijn eer is, lijkt mij, Glanzend als een schone parel, Die schijnt als een planeet, Zelfs sterker dan de maan; In iedereen is één Die zo perfect is als jij. Ik beloof je als ik je zie, Zoals de eerste keer dat ik je zag, ben ik helemaal gekoeld en opgetogen, En kook voor de waarheid, kijkend naar jou, Laat het een brandende zon zijn Die zichzelf ontdekt vanuit de wolken. Van de geur die mooie tand gutst, Pas op dat je niet weggerukt wordt, Want wie zou je echt grijpen, Meerdere en ik zou boos zijn Toch de slechte rip-off zou grijpen terwijl hij jou greep, De schoonheid van het hele gezicht, Wie heeft geen genade zonder jou.
|