|
Victor HUGO (1802-1885)
Morgen, beneden...
Morgen, bij het ochtendgloren, als het platteland wit wordt, Ik vertrek. Zie je, ik weet dat je op me wacht. Ik zal door het bos gaan, ik zal door de bergen gaan. Ik kan niet langer bij je wegblijven.
Ik zal lopen met mijn ogen gericht op mijn gedachten, Zonder iets buiten te zien, zonder enig geluid te horen, Alleen, onbekend, rug gebogen, handen gekruist, Verdrietig, en de dag zal voor mij als de nacht zijn.
Ik zal niet kijken naar het goud van de vallende avond, Noch de zeilen in de verte die afdalen naar Harfleur, En als ik aankom, leg ik je graf op Een boeket van groene hulst en bloeiende heide.
|