|
Victor HUGO (1802-1885)
Zaai seizoen. De avond
Het is het schemermoment. Ik bewonder, zittend onder een poort, Dit overblijfsel van de dag dat oplicht Het laatste uur werken.
In de landen, badend in de nacht, Ik overweeg, bewoog, de vodden Van een oude man die handenvol gooit De toekomstige oogst in de voren.
Haar lange zwarte silhouet Domineert diepploegen. We voelen Spelpunt hij moet geloven Naar de nuttige vlucht van dagen.
Hij loopt in de immense vlakte, Ga, kom, gooi het zaad weg, Open zijn hand weer en begin opnieuw, En ik mediteer, obscure getuige,
Terwijl ze haar zeilen spreidt, De schaduw, waar een gerucht zich vermengt, Lijkt uit te breiden naar de sterren Het verheven gebaar van de zaaier.
|